De opvoeding van een hond

Nederland hoort tot de dichtstbevolkte landen van Europa, 16 miljoen mensen, en 1,8 miljoen honden. Honden moeten daarom flinke concessies doen als het gaat om vrijheid en het te vertonen gedrag. Gelukkig zijn er vele hondenscholen, met evenveel cursussen waar u leert hoe u met uw hond moet gaan. Helaas zijn deze cursussen met name gericht op de buitenruimte. Hoe een hond zich in en om het huis moet gedragen wordt vaak niet behandeld, terwijl daar vaak de problemen ontstaan.

Wij geven u op deze pagina wat handreikingen waarmee u ervoor zorgt dat er in huis ook rust, orde en regelmaat is. Een hond heeft namelijk sterk de behoefte aan regelmaat, structuur en een duidelijke rolverdeling. Geen enkele hond hoeft fysiek gestraft of gecorrigeerd te worden, zeker een Australian Labradoodle niet. Natuurlijk overwicht is vele malen krachtiger, en gemakkelijker ook. Onderstaande situaties zijn belangrijke (zo niet cruciale) momenten waarop u heel subtiel kunt laten zien wat u van de hond verwacht. Het resultaat zal zijn dat de hond een heel tevreden leven zal leiden. De basis is dat de hond zich tijdens deze momenten weet te beheersen, en snapt dat er pas iets gebeurt als hij/zij rustig is.

1. Etenstijd
Sommige honden gaan door hun dak als ze zien dat hun baasje het eten gaat klaar maken. De bak staat nauwelijks op de grond of in het standaard of ze vallen direct aan. Helemaal fout ! Zo lang de hond druk is gebeurt er niets, krijgt hij geen eten. Hij moet gaan zitten en blijven zitten (of liggen) totdat jij klaar bent met het eten maken. Als ie druk blijft, blijf dan rustig afwachten. Belangrijk is dat je niets zegt. Mensen praten (veel te veel), een hond niet, de hond negeert het gepraat zelfs en kijkt alleen naar jouw lichaamstaal. Pas als de hond rustig is zet je de etensbak op de grond of in het standaard, en beloon je hem. Goed zo! De hond moet er nog steeds vanaf blijven. Als ie rustig is geef je meteen toestemming om te eten. Beheersing is key hier. Heb je meer honden dan krijgt de hond die het meest rustig is als eerste het eten.

2. Uitlaten.
Sommige honden gaan uit hun plaat zodra de riem gepakt wordt. Negeer dit gedrag, zeg niets. Doe op uw gemak uw jas aan en als u er klaar voor bent gaat u de hond aanlijnen. Alleen als de hond rustig zit wordt de halsband omgedaan/riem vastgemaakt. Ook hier is het belangrijk niets te zeggen. Afwachten en de hond indringend aankijken is echt voldoende. De eerste keren kan het even duren, maar hou vol, u zult merken dat het elke keer korter zal duren. De hond blijft ook binnen als u de deur opendoet. Duwt hij zichzelf door de deuropening en u opzij ga dan weer naar binnen en begin opnieuw. Hij mag heus wel tegelijk met u naar buiten, maar alleen op een rustige manier. Trekken is uit den boze. Wees consequent hierin. Honden willen structuur en duidelijkheid en zijn dol op vaste rituelen. Het kost soms wat tijd maar als ze het snappen dan is er rust. Het trekken buiten ontstaat vaak omdat het binnenritueel overgeslagen wordt.(omdat de hond graag snel naar buiten wil.....)

3. De baas bepaalt altijd de route tijdens het wandelen.
De hond loopt gezellig met de baas mee en niet andersom. De hond loopt dus niet aan een strakke lijn, maar er is een lus in de lijn. Hij mag gerust voorop lopen, zolang de lijn maar los is. Wanneer de hond continu in de riem hangt en het met kleine correcties niet stopt, sta dan stil en wacht af. Wanneer de hond naar u kijkt of terugkomt om te vragen waarom u niet doorloopt, dan is de lijn weer slap, u beloont hem uitbundig (in het begin kunt u een beloninkje geven zodat de hond leert dat het de moeite waard is om bij u in de buurt te blijven lopen) en u loopt weer verder. Komt de riem weer strak te staan, doet u weer hetzelfde. Misschien loopt u dan binnen 10 minuten maar een paar meter, maar als u het vol houdt, dan weet de hond dat wanneer de riem strak staat er niet gelopen wordt (strak=stop/rem) en wanneer de riem in een lus is, dat er dan wel gelopen wordt. Sommige honden hebben dit binnen 2 dagen door, sommige pas na 2 of 3 weken. Blijf volhouden, u heeft er de rest van zijn leven profijt van.

Sommige honden blijven enthousiast trekken, altijd. Probeer dan dit: wanneer de hond weer in de riem gaat hangen om een bepaalde richting te lopen, dan ga je expres een andere richting in, zodat de hond achter jou aan moet lopen. Waarschijnlijk sprint ie dan naar voren zodat jij weer achter hem loopt. Dan draai je weer om. Blijf dit herhalen tot de riem los blijft hangen. Hij mag gerust voorop lopen, zolang de lijn maar losjes hangt. Verander telkens van richting als ie trekt en na een aantal keren zal ie keurig bij je blijven lopen. Ook hier dus vol blijven houden ! Het is namelijk puur een psychologisch spel, een kwestie van natuurlijk overwicht krijgen. Geef niets om mensen die raar staan te kijken.

4. Als er aan de voordeurbel gebeld wordt.
Veel honden blaffen. 1x blaffen is genoeg dus zeg dan (rustig) genoeg. De hond blaft omdat ie jou wil waarschuwen dat er iemand aan de voordeur staat. Laat de hond zitten, als ie zit zeg je braaf en pas dan ga je de voordeur opendoen. De hond  heeft jou gewaarschuwd dus zijn taak zit erop. De meeste huizen hebben een hal en dus een voordeur en een binnendeur. De hond bevindt zich dan altijd in de woonkamer, nooit bij de voordeur. Is uw hond wat drukker of gromt ie of doet ie iets anders wat onprettig is, geef uw bezoek dan opdracht om de hond volledig te negeren: geen fysiek- en geen oogcontact. Pas als de hond rustig is mag ie aangehaald worden (voor zover het bezoek dat wil), het bezoek kan hem/haar het beste onder de kin of op de wang aaien. (bovenop de kop aaien is een dominante handeling en kan verkeerd vallen)

5. Springende honden
Springen is een vorm van aandacht vragen en wordt vaak gedaan door honden die onzeker zijn, al dan niet gepaard gaand met kleine plasjes. Het wordt door de meeste mensen niet gewaardeerd, vooral als ze een witte broek aanhebben...., dus train uw hond dat hij niet mag springen. De enige juiste oplossing is volledig negeren, keer de rug naar de hond en loop eventueel weg van hem. Pas als ie op 4 poten staat krijgt ie aandacht. In de bench stoppen is niet de oplossing, dit is symptoonbestrijding. Negeren is een heel krachtig middel om te laten zien dat je het niet leuk vindt wat ie op dat moment doet. Ook hier niets zeggen, praten en roepen draagt bij aan het enthousiasme dus werkt averechts.

6. De hond ligt niet op de bank en niet op bed.
De hond heeft een mand en de rest van de woonkamer om te liggen. Bezoek zal het niet prettig vinden als een hond naast ze op de bank zit. Op schoot knuffelen moet een hoge uitzondering zijn en de hond moet dit begrijpen. Onze honden komen elke avond een knuffel halen, ze vinden het heerlijk (en wij gezellig!) maar stappen na een minuut of 2 vanzelf van onze schoot omdat ze weten dat het geen gewoonte mag zijn.

7. De baas bepaalt wanneer, wat en hoelang er gespeeld wordt en wint altijd het spel.
Als baasje hoor je altijd het spel te winnen en bepaalt hoelang er gespeeld wordt, dus de hond laat op jouw commando het speeltje los. Het baasje bepaalt ook wanneer er gespeeld wordt. Het is dus niet zo dat wanneer de hond met een speeltje in zijn bek naar je toe komt, dat er dan ook gespeeld moet worden. Negeer dit en ga weg bij de hond. Als ie het accepteert door iets anders te gaan doen, pak dan het speeltje en speel. Stop met spelen voordat de hond zich begint te vervelen. Als de hond stopt met spelen dan heeft hij dit beslist en dat willen we niet.

8. De hond krijgt niets voor niets.
De hond moet altijd iets doen voordat hij een koekje krijgt. B.v zitten, liggen, pootje geven, als het maar een commando is, en wanneer hij dat goed opvolgt krijgt hij  de beloning, een koekje. Hierdoor herhaal je dat je samenwerkt met de hond.

9. De hond moet iedere gegeven commando opvolgen.
Hoe vaak hoort u niet iemand tegen zijn hond zeggen: zit..., zit...., zit...., hé verdorie, ga nou eens zitten ! De hond zit dan nog niet. Zorg dat de hond alle aandacht voor jou heeft, en zeg dan 1x duidelijk ZIT. Als ie druk ergens mee bezig is, of iets anders heeft zijn aandacht dan heeft het geen zin hem iets op te dragen. Dus niet 1 of 2x zeggen en dan ''''ach laat maar''. Bij de 2e keer help je de hond te gaan zitten. Een beloninkje voor zijn neus houden en deze omhoog brengen is vaak al voldoende.

10. Ben altijd consequent en geef nooit als eerste op.
Hier gaan de meeste mensen de mist in. Of er zijn gezinsleden die niet dezelfde regels volgen. Essentieel is dat alle gezinsleden dezelfde regels en commando's volgen. Schrijf ze desnoods op. Zorg er altijd voor dat je duidelijk bent tegen de hond. Als de hond de ene dag aan de lijn mag trekken, en de volgende dag niet meer, dan is dit voor de hond heel verwarrend. Als je iets niet wilt, dan moet je dit gedrag consequent corrigeren, elke keer weer, misschien zijn hele leven lang. Gewenst gedrag beloon je weer zoveel mogelijk, dat hoeft niet telkens met iets lekkers. In het begin kun je het met lekkers doen en je zegt erbij dat is braaf. Later hoef je dan alleen dat is braaf te zeggen. Dat heeft voor de hond dan dezelfde beloningswaarde.

Bovenstaande klinkt misschien streng, maar het zijn simpele regels die U een voorbeeldige hond zullen opleveren ! (ongeacht ras !)